Die jaar 2000 kom onverbiddelik nader. Geen mens op aarde kan dit keer nie.
Indien jy in Afrikaans wil sien hoe die sekondes die een na die ander
afgetel word voordat die kerkklokke om middernag van 1.1.00 gaan lui, gaan
loer by: http://www.vdb.co.za/sms. Die blad laai baie vinnig af, want daar
is geen prentjies en daai klas fiterjasies nie.
van soveel lag stingel
soveel plooie langs jou mondhoeke af
en regs van jou tande
lê ek deur rots omsingel
met wit bikinibroekie op die sand
en luister hoe die gety
agter my heup bly broei
tussen jou en my
staan my kind se droomboom
waaruit sy peertjies soeter groei
Former Afrikaans rugby broadcaster Gerhard Viviers died this morning
from cancer. With his exceptional voice and style of radio broadcasting
he brought more than 50 rugby tests into the lounges of many South
Africans in the era before TV.
The Golden Voice was silenced for the first time a few years back when
his vocal cords had to be removed due to cancer. Recently the cancer
spread to his oesophagus and this finally silenced the great character.
Who will ever forget him shouting 'Siddie, Siddie, Siddie!' when Syd
Nomis scored one of his test tries.
Although best known for his rugby broadcasts, Gerhard tried his hand at
several others. Probably his biggest monument is the creation of a full
Afrikaans cricket vocabulary, which IMO played a significant role in
promoting that sport amongst Afrikaans people.
We salute one of the great characters of the game.
Henri Burger
-----------== Posted via Deja News, The Discussion Network ==---------- http://www.dejanews.com/ Search, Read, Discuss, or Start Your Own
Een dikke verjaringstermijn geleden voer ik met kerstmis op zee.
Een drie eilanden schip.
De accommodatie in de midscheeps.
Die schepen werden vroeger gebouwd.
De bemanning bestond uit 48 autochtone blanke Nederlandse mannen.
Die krijg je vandaag de dag niet meer aangemonsterd.
Betrapte homo's kregen ontslag op staande voet.
"Ikke nie wete, ikke nie begrijpe", moest nog worden uitgevonden.
Het was in de tijd van gagestraf.
Zomaar tien dagen loon weg als je een uurtje te laat uit het bordeel
aan boord terug kwam.
Er kwamen revolutionaire veranderingen in de maatschappij.
Mannen moesten kinderjuffrouw worden.
Vrouwen werden zeeman.
Christel kwam eind augustus vol idealen aan boord.
Zo van de zeevaartschool en ineens stuurmansleerling.
Met haar negentien jaar op de ketelbinken en een lichtmatroos na de
jongste.
Een betwetertje met twee linker handen en kleine oortjes.
Ze zag er wel mooi uit.
Goudblond sluik haar, zo slank als een den en een vriendelijke
glimlach.
In de kerstnacht heeft ze zelfmoord gepleegd, ze is vermoord of ze is
terechtgesteld.
De hele bemanning heeft zijn mond gehouden.
De volledige waarheid is alleen bij de daders bekend.
Christel had beter nooit aan boord kunnen komen.
Ze deed alles verkeerd.
Ze mocht er bij zijn als de kapitein en de stuurlieden om twaalf uur
's-middags met een oorlam bij elkaar zaten.
De gebeurtenissen van de dag werden doorgenomen.
De gemeenschappelijke belangen werden besproken.
Ze vertelde door wat de kapitein en zijn stuurlieden met elkaar
bespraken.
Vanzelfsprekend hoorde ze er daarna niet meer bij.
Bij de tweede stuurman moest ze de hondewacht meelopen.
Die verbande haar naar het schavotje om van haar geleuter verschoond
te blijven.
De domme gans ging het ook nog aanleggen met een machinist.
Een droomster, die dacht de wereld te kunnen verbeteren.
Haar droom werd een nachtmerrie voor de anderen.
Op alles leverde ze commentaar.
Een schip is geen sociale werkplaats.
Omdat zij nergens gehoor kreeg heeft ze samen met die machinist de
hoge wingtank waarin de hasj verborgen zat met water gevuld.
Moedwillig de handel waardeloos gemaakt.
We voeren in een langlopend timecharter tussen De Verenigde Staten en
Brazilië.
Van Baltimore brachten we graan naar Rio de Janeiro.
Van Rio vervoerden we ijzererts naar Newport News, een halve dag varen
van Baltimore.
In Rio kwam de hasj aan boord en in Baltimore werd de hasj weggehaald.
We waren lang uit Nederland weg.
Reparaties werden in de havens verricht.
Altijd werd een container door het reparatiebedrijf op het dek gezet
boven het mangat van de wingtank waarin de smokkelwaar was verborgen.
Zelf hoefden wij niets te doen.
Alleen de gelegenheid verschaffen en op zee de zorg tegen zweet en
broei.
De kapitein, zijn vier stuurlieden, de hoofdmachinist en de bootsman
zaten in het complot.
De toevoerleiding naar de wingtank hadden we voor alle zekerheid op
twee plaatsen met een blinde flens afgedicht.
De peilkoker van de tank was van onderen dicht gesoldeerd en met water
gevuld zodat het leek alsof de tank vol was.
Een aftakking van de persluchtleiding zorgde voor de ventilatie.
Boven het mangat aan dek werd een klamp stuwhout gesjord.
De winst was zeker.
Elke twee maanden verdeelden we met ons zevenen een half miljoen
dollars.
Zo in de knip.
Dat liep al anderhalf jaar voordat Christel aan boord kwam.
Het was op de middag van 24 december.
We voeren ongeveer op de evenaar van Rio naar Newport News.
De stuurman van de wacht zag water komen uit de ontluchtingspijp van
onze wingtank.
Dat was paniek.
Bij controle bleek de wingtank vol zeewater.
In de doldrums waait het nooit.
Een vlakke zee.
Bijna windstil.
In de donkere nacht zonder maan stampte en slingerde het schip op de
lange deining.
Je kon het ruisen van de zee langs de scheepswand horen.
Om half zes tijdens het gloren bij het sterren schieten heb ik het
ontdekt.
Christel hing aan het hoge bordes van de achtermast.
Met een paalsteek was een oog aan het eind van een gei gemaakt.
Hierdoor was de lijn gestoken en vervolgens om haar hals geslagen en
aangehaald. Het touw was tussen de scepters van het bordes gespannen
en op de kop van een winch gewonden.
Het zag er naar uit dat ze omhoog gehieuwd was.
Ze bungelde vijf meter onder het platform.
Ze slingerde heen en weer op de deining.
Af en toe sloeg ze tegen de mast en tolde om haar as.
Eerder had ik dat geluid wel gehoord.
Ik meende dat er wat los zat.
Bij daglicht moest het gesjord worden.
Bij elke boink verbeeldde ik me dat dit het luiden van een kerkklok
was zoals dat in de kerstnacht aan land is te horen.
Als ze tegen de mast sloeg was het een grote klok.
Als ze alleen maar met de koperen knopen van haar uniformjasje langs
de mast schampte was het een kleine klok.
Haar vriend, de machinist, was die nacht verdwenen.
Zijn schoenen stonden bij de verschansing aan stuurboord naast luik
vier.
Op het potdeksel stond zijn naam.
Dat gebruik is van de Chinezen overgenomen.
Zodra duidelijk werd dat de vijfde machinist was verdwenen hebben we
het schip gekeerd.
Vier uur op tegengestelde koers gevaren.
Alle hens aan dek om uit te kijken.
Niets gezien en weer oude koers gaan varen.
Christel hebben we laten zakken.
We hadden een dode.
Ze was al koud, maar nog niet stijf.
De politie bellen op de oceaan is niet mogelijk.
We moesten het zelf oplossen.
We hebben scheepsraad gehouden.
De scheepsraad bestaat uit de kapitein en zijn stuurlieden.
De hoofdmachinist en de bootsman mochten mee aanzitten.
We besloten een reconstructie te houden.
Dat hield in dat we Christel laat in de middag op eerste kerstdag
opnieuw hebben gehangen.
We hebben haar voorzichtig van het bordes laten zakken.
We waren bang dat haar hoofd van haar romp gescheiden zou worden als
we naar beneden springen zouden nadoen.
Een serie foto's hebben we gemaakt.
Unaniem kwamen we in de scheepsraad hierna op basis van de
reconstructie tot de conclusie dat het zelfmoord was.
De vermissing van de machinist moest gezien de omstandigheden gelijk
gesteld worden met zijn dood.
Ook de dood van de machinist werd tot zelfmoord verklaard.
Romeo en Julia.
Een liefdesdrama.
De hoofdmachinist en de bootsman tekenden voor akkoord.
Er was geen misdrijf gepleegd.
Het register van strafbare feiten bleef dicht.
Onverwijlde kennisgeving aan de Officier van Justitie kwam niet eens
ter sprake.
Op tweede kerstdag hebben we Christel een zeemansgraf gegeven.
We deden dat voordat het rederijkantoor in Rotterdam open ging en we
andere instructies konden krijgen.
Een glijbaan werd gemaakt.
Om haar middel werd een hijsblok gebonden.
Aan haar benen zware shackles gesnoerd.
We naaiden haar met zeilgaren in de Nederlandse vlag.
De machine werd gestopt.
De vlag hing al sinds daglicht halfstok.
De kapitein geflankeerd door zijn stuurlieden, allen in uniform en pet
op, aan de ene zijde.
De rest van de bemanning stond aan de andere zijde van het lichaam van
Christel.
De kapitein hield een toespraak met tranen in zijn stem.
Twee argelozen werden aangewezen om haar te identificeren.
Weg was ze.
Sommigen huilden.
Je zag ook door haat en woede verwrongen gezichten.
De spanning was om te snijden.
Het verstand was uitgeschakeld.
Er waren slechts emoties.
Berusting en opstand streden om voorrang.
Er dreigde muiterij.
Één kreet van vervloeking en ons zou hetzelfde lot als Christel zijn
beschoren.
Hier loonde het zich dat wij hun nimmer een druppel drank toestonden
tijdens de zeereis.
De gevoelige toespraak van de kapitein was een voltreffer.
Het enige vuurwapen aan boord was speciaal uit de brandkast gehaald.
De kapitein droeg het duidelijk zichtbaar boven zijn galakledij.
Mogelijk was dat onze redding.
Drie keer loeide de misthoorn.
Een hartverscheurend afscheid.
De zware sonore trilling ging door merg en been.
De vlag werd in top gehesen.
De machine werd weer aangezet.
Koers en vaart hervonden.
De gezellen dropen mokkend af.
De rederij heeft in Newport News de hele bemanning afgelost.
Tijdens het meren kwam de nieuwe ploeg al aangereden.
Met dezelfde bus zijn wij meteen naar het vliegveld gebracht.
Voordat de autoriteiten in Amerika vragen konden stellen zaten we al
in het chartervliegtuig op weg naar Nederland.
In Rotterdam vond de waterschout de verslagen in het journaal.
Hij ondernam geen actie.
De scheepsverklaring die de kapitein later bij de notaris aflegde werd
door de overige autoriteiten genoegzaam geacht.
Elk jaar met kerstmis spookt Christel door mijn hoofd.
Zeker dit jaar nu mijn dochter even oud is als Christel toen.
Ik ben alleen thuis want mijn dochter moet werken deze kerstnacht.
Om half drie is ze klaar in het casino.
Ik zit in de kamer waar haar vleugel staat.
Brandende kaarsen in de zevenarmige kandelaar spiegelen op het
dekblad.
Ik open het raam van ons grote huis uitkijkend op de singel.
We wonen op nog geen kilometer afstand van de kathedraal.
Ik hoor de kerstklokken.
Er wordt opgeroepen voor de nachtmis.
Het is alsof ik Christel weer tegen de grote mast hoor slaan.
Het laat me nooit meer los.
Het is koud en het begint te sneeuwen in de heilige nacht.
De wereld wordt stil, mooi en wit.
De schitterde feestverlichting flonkert in de tuinen en langs de
takken van de bomen.
Ik besluit lopend mijn dochter te gaan halen.
De vers gevallen sneeuw knispert onder mijn voeten.
Voor het eerst sinds ik ben overvallen loop ik weer ongewapend door
nachtelijk Rotterdam.
Wegens kerstnacht deze ene keer als vroeger zonder schietklaar pistool
onder mijn linker schouder.
Vrede op aarde.
In de mensen een welbehagen.
Amen.
Kan enige persoon vir my vertel waar ek 'n Afrikaanse woordelys
van rekenaar terme op die Internet kan kry. Skryf asseblief aan my
by dm...@vaal.lia.net.
1 Oom Kalie is die gasarties
in elke joint van Cannes tot Nice:
hy slaan sy vrou met die handsambok -
en soek jy slae, kry jy dit ok.
2 Oom Kalie doen sy naam gestand
in elke disko in die land:
hy suip en strip tot hy onthul
'n vyfster-bloukop-Boerelul.
Allersiele, 1997. Heropgeneem in Die dye trek die dye aan)
---------------
[Ongetiteld]
Peter Blum
O Boegoeberg se dam
is 'n doodlekker dam:
dis daar waar die meide
hul okselhare kam.
Ek vlieg daar soos 'n wolbal rond
my pere is van staal:
ek het my angel skerpgemaak
om jou heuning uit te haal.
(Twee ongetitelde verse uit My hart sing sewe moppies, 1996)
R.K. Belcher
Die skip lê vasgehaak
hy lyk soos 'n perd se kaak
bokkie vannag gaan ek by jou
my ankertou laat kraak
*
Die blink skaar van die ploeg
die dol van laat tot vroeg
van al die insteek in 'n voor
is al my ysters moeg
---------------------------------
Uit-oor-l�
Ellen Botha
Sy skrywe haar sprokie met smaak;
die prins laat haar paddatjie kwaak:
Haar toeteltjies tuit,
Haar magie sit uit
En Griet dog hy steek net die draak!
(Tevore ongepubliseer) (sinspeel op die roman Griet skryf 'n sprokie deur
Marita van der Vyver)
-------------------------------------
Die bok het my gestoot
(volkskwatryn)
Die misbank op die see,
die misbank op die see.
Toe vry ek mos my bokkie
dat sy: Eina gotta! skree.
(Pieter W Grobbelaar: Die rooi lappieskombers: Volkskwatryne, 1997)