Radiospeler Radiospeler
 
Supertaal
Kom praat saam!

Tuis » Taal » Prosa & poësie » Daantjie Oeksoo - Melt J. Brink (1842-1925)
Daantjie Oeksoo - Melt J. Brink (1842-1925) [boodskap #47294] Wo, 25 Julie 2001 14:33
voert  is tans af-lyn  voert
Boodskappe: 2
Geregistreer: Maart 2000
Karma: 0
Junior Lid
Melt J. Brink (1842-1925)

Daantjie Oeksoo

Mijn naam is Daantjie Oeksoo, hoor!
Ik woon op Dassie Straat;
Mijn memme was een Hottotvrouw,
Mijn tata een soldaat.

Ten minste, dit hul mijn vertel,
Maar 'k glo daar weinig van;
Mijn haare is te veel gekroes
Voor een basterd Engelsman.

Dit's echte peperkorreltjies
Wat op mijn kopvel groei;
Een Engelsman zijn haar is steil,
Net's van een langhaar koei.

Maar Iaat dit wees zoo als dit wil,
Dit gaan geen zwernoot aan;
Jul ziet on Daantjie Oeksoo hier,
Die Hottot, voor jul staan.

Ik het van onderveld gekom
Om even te kom kijk
Of ik her soms ook werk kan krij,
En hoe die booland lijk.

Want jong! dit's net maar naar en droog
Daar in die onderveld;
Een mens kan moes geen drank daar krij,
Al het hij somtijds geld.

En ik lust graag een goeie dop -
Kijk! waarom zal ik zwijg?
Een Hottot is toch ook een mens
Die somtijds dorst kan krijg.

Hier in die Kaap is baaijing wijn;
Die pakhuis bij die tol -
Jij kan mijn gloo. net ieder vat
Wat daarin leg is vol!

Die water loop zoo uit mijn mond,
Mijn maag voel zoomaar pijn;
ik wensch maar dat ik rond kan zwem
In zoo 'n vat vol wijn.

Maar jong! ik zal mijn slag dan slaan:
Eerst zal ik mijn laat zink,
Tot dat ik plat leg op die boom,
En dan gaat ik aan drink!

Maar zoe! die Hottot sal dan sluk;
Die vat word net geveeg,
Wat als oU Daantjie dorstig is,
Hij drink die zeegat leeg.

Een Engelsman kan danig drink,
Maar Hottot is zijn baas;
ik zuip hem dat hij in een uur
Zoo stil leg als een haas.

Dit's baaijing mooier in die Kaap
Dan in die onderveld,
Want kost en drank is volop her,
Dit's net maar schaars van geld.

Maar dáár is ik tog nie voor bang,
ik kan van weinig leef:
Een dop met wijn, een stukkie brood,
En een gekookte kreef.

Die bottel wijn kost net vier pence,
Die kreef één stuiver maar;
Koop daar een bord van oulap bij,
En dan is Daantjie klaar.

Die eenigste wat ik nie lijk,
Een mens is hier nooit vrij;
Jij moet zoo oppas als jij drink,
Dat jou geen diender krij.

En dan die kinders in die straat
Kan danig mij moveer;
Zul schel mij uit en stoot mij om,
En maak mij somtijds zeer.

Maar jong! dan tel ik klippers op,
En gooi dat dit zoo kraak!
En ieder keer dat ik hul gooi,
Dan schreê ik, "dit is raak!"

Maar kom daar dan een diender aan,
En ik is soms te dronk
Om weg te loop, dan pak hij mij
En ik moet naar die tronk.

Zwernoot! dan kan ik mijn vererg!
Die blauwe duivelsgoed
Laat nooit geen dronke Hottot staan,
Ofschoon hij hul niks doet.

Zul grijp mij zoo bij pens en poot,
En gooi mij op die trok,
En als ik tot mijzelvers kom,
Dan leg ik in die hok.

En kom ik voor die Magistraat,
Hij handel net zoo sleg;
Hij knoei ook met die dienders meê,
En geef mij nooit geen reg.

Hij zò net, "Daantjie, you was drunk!
"You have lawaai gemaak!"
"Nee, Seur!" zêh ik, "ik gooi een klip,
"En schreê toen, 'dit is raak!'

"Ik val toen neêr, net op een stoep,
"Want ik is nie meer jonk,
"ben kom die blauwrok van een vent,
"En rij mij naar die tronk!"

"No, Daantjie! all what you daar zê,
"I cannot so believe,
"And therefore shall I in die tronk
"You veertien dagen geef!

"Of this shall four - onthou dit goed -
"Op rice and water wees,
"En twenty slagen met die kats
"Shall you then wel genees!"

"Almattie! dit's tog a! te veel!
"Wees tog genadig, Seur!
"Mijn ouwe broek is pas gelap,
Dit sal weer open scheur!"

Ik soebat nog, maar net verniks,
Hij hoor nie wat ik zeg
Hij geef die diender net een wenk,
En dáár gaat Daantjie weg!

Maar kragtie, jong! die kats doet zeer
Jou rug word zoomaar rauw,
Maar Hottots kind is baaijing taai -
Hij word nie zoomaar flauw.

Maar zies! die rijs en water, ja,
Die maak jou zoomaar laf;
(Jij wil moes liever gras gaan vreet)
Dit is die zwaarste straf.

Maar zwaar of nie, die Magistraat
Zijn zin sal ik niet gee;
Want zoo's ik uit die tronk uit kom,
Gaat ik weer aan die spree!

Uit
Brink, M. J. 1893. Grappige stories en andere versies in Kaaps-Hollands. Kaapstad:
J. C. Juta & Co.
Vorige onderwerp: "Die lewe na die dood" deur DONALD RIEKERT
Volgende onderwerp: "Kanniebos" deur DONALD RIEKERT
Gaan na forum:
  

[ XML-voer ] [ RSS ]

Tyd nou: So Nov 24 10:14:41 MGT 2024